Bouwen
Kinderen leren van en leven met elkaar, dit bevordert de sociale ontwikkeling. De heterogene groep maakt dat je ook op school in een gemeenschap leeft, waarbinnen je je eigen ruimte kunt innemen en waar duidelijke grenzen zijn. Daarmee is de heterogene groep een afspiegeling van het gezinsleven en de maatschappij.
Binnen een bouw zitten kinderen van verschillende leeftijdsgroepen bij elkaar. We noemen dit een heterogene groep. Ieder kind in de montessorigroep is een jaar de jongste, de middelste en de oudste. De kinderen op onze school hebben een zekere vrijheid om zelf hun werk te kiezen en/of in te delen. De leerkracht begeleidt de kinderen dusdanig, dat die keuze in de juiste verhouding staat tot hun mogelijkheden (ontwikkelingsfase, talenten en beperkingen). Hierbij horen ook afspraken, die het samen leren en leven in een groep mogelijk maken.
Op onze school zijn de kinderen daarom verdeeld over bouwen: onder-, midden-, of bovenbouw.
Onderbouw:
In de onderbouwgroepen zitten kinderen in de leeftijd van 4 tot 6 jaar. Bij het onderwijs aan de kinderen in de onderbouw komen veel ontwikkelingsdomeinen aan bod. Motorische en zintuiglijke ontwikkeling, de ontwikkeling op het gebied van taal en beginnende geletterdheid en gecijferdheid, expressievakken, het omgaan met elkaar, het ontwikkelen van een werkhouding en leren wat vrijheid in gebondenheid betekent. Het is allemaal even belangrijk. Al spelend en werkend leren de kinderen binnen en buiten een heleboel.
Middenbouw:
De kinderen vanaf 6 tot 9 jaar komen in een middenbouwgroep. In de middenbouw is veel aandacht voor de basisvaardigheden: lezen, schrijven, taal en rekenen. De kinderen werken met montessorimateriaal, digitale hulpmiddelen en andere aanvullende materialen aan het verwerven van deze vaardigheden. We proberen hierbij zoveel mogelijk aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften, belangstelling en leerstijl van het kind. In deze bouw werken de kinderen veel met concreet en aanschouwelijk materiaal om hun voorstellingsvermogen te activeren en daarmee hun begrip te vergroten.
Bovenbouw:
In de bovenbouwgroepen zitten kinderen van 9 tot 12 jaar. In deze bouw ligt het accent vooral op het toepassen en integreren van alle eerder verworven kennis. Natuurlijk worden de in de middenbouw aangeleerde basisvaardigheden nog verder herhaald en uitgebreid. Het werk en de omgeving wordt steeds meer door de kinderen zelf vormgegeven en georganiseerd. In de bovenbouwjaren ontwikkelen kinderen zich tot zelfstandige persoonlijkheden, die kunnen samenwerken en steeds meer verantwoordelijkheid durven en kunnen nemen voor zichzelf, de ander en de omgeving.
Ook het vergaren van nieuwe kennis van bijvoorbeeld rekenkundige bewerkingen, het doorgronden van structuren in zinsdelen en woordsoorten, kennis op geografisch, historisch, technisch en maatschappelijk gebied, vormen een belangrijk doel in de bovenbouw.